Bij het horen van de naam Amorbach drongen zich visioenen op van een lieflijk beekje, dat klaterend in het prille voorjaarslicht zich een weg zocht door frisgroene, sappige weiden. Het heldere water doorliep fraaie versnellingen en vormde hartverwarmende pools, waarin vlagzalm en forel onvermoeibaar stegen naar een zwerm eendagsvliegen. Een liefdevol vliegvissersparadijs dus. Maar Amorbach verwees naar een hengelsportvereniging die de naam geleend had van een kleine stad in het Beierse Odenwald. Een leuke stad, daar niet van, maar de beken Mud, Billbach en Saubach riepen toch geheel andere associaties op. ‘What’s in a name’ nietwaar?

“U zult versteld staan!” antwoordde de vriendelijke verkoper van Angel-Bähr door de telefoon. Een van de geneugtes van de moderne communicatie is dat je vanuit je luie stoel dagkaarten kunt bestellen én betalen via het internet. Om dan keurig een uur later via e-mail de vergunningen te ontvangen. Die service biedt hengelsportzaak Angel-Bähr in Frankfurt am Main en ze sturen je ook nog eens een handig overzichtskaartje toe. “De Mud, Billbach en Saubach bieden alles wat je maar als vliegvisser kunt wensen, het is absoluut de moeite waard.” Het enthousiasme werkte aanstekelijk en even later maakte ik het geld over voor een lang weekend vissen.

Amorbach heeft een mooie oude binnenstad die een rijke historie weerspiegelt. Groot is de stad niet met zijn 4000 inwoners, maar de enkele getuigen uit een enerverend verleden zijn de moeite waard om te bezoeken. De voorjaarszon schijnt volop, de lucht is helder en fris, dus ik laat het oude centrum voor wat het is en zoek gehaast de waterkant op. Dat laatste valt nog niet mee en na enig dwalen parkeer ik op goed geluk de auto bij de ingang van een pad dat onduidelijk de bosjes inloopt. Dat blijkt een voltreffer, want na amper 50 meter sta ik op een voetgangersbruggetje te kijken in het enigszins ‘angetrübte’ water van de Billbach. Stroomopwaarts sterft een kring uit in het rustig stromende water, gevolgd door een nieuwe verse kring. Benieuwd naar meer volg ik het pad om uiteindelijk achter een viaduct van de B47 te stuiten op een nieuwe verrassing. Hier komen Billbach en Mud bijeen, een scherpe lijn vormend door het heldere water van de Mud die zijn naam geen eer aan doet. Bij het zien van een forse stroomversnelling links van mij keer ik in versnelde pas terug naar de auto. Werk aan de winkel!

zilver
Ik vis graag met de nimf, zeker als ik na een paar minuten observeren weinig of geen vis aan het oppervlak zie verschijnen. En omdat stroomopwaarts vissen een veel betere presentatie mogelijk maakt, startte ik dan ook aan de onderzijde van de pool waar Mud en Billbach zich verenigen. Een nimf stroomafwaarts vissen vind ik trouwens na 10 minuten al verveling oproepen. Gek eigenlijk, want met een stroomafwaarts geviste streamer heb ik in het geheel geen moeite. Hoe dan ook, na een stief kwartiertje heb ik nog geen aanbeet gezien. Staande in de scheiding van donker en licht water maak ik ook nog een aantal worpen in de Billbach. Maar de kleur van het water geeft geen vertrouwen. Uiteindelijk nestel ik mij op een steen boven de stroomversnelling en vervang de nimf door een zwarte wooly bugger. Al na een paar meter zie ik onder de vlieg het zilver van een vis flanken. Een nieuwe worp eindigt in een harde aanbeet waarna een forse vis meteen het snelle water in spurt, de nodige meters vliegenlijn achter zich aan sleurend. Gehaast spoel ik de resterende lijn binnen en dril de vis verder op de reel. Dit exemplaar toont weer eens in volle overgave aan waarom de regenboogforel zo’n prachtige sportvis is. Drie, vier sprongen, dan weer diep wegduiken tussen de stenen om daarna een hernieuwd schot stroomafwaarts te maken. Dat alles met een speels gemak en een onverzettelijke energie. Maar ook deze regenboog moet het afleggen tegen mijn oude Hardy en even later kan ik hem in het water onthaken. Heel even met de kop stroomopwaarts in het koude zuurstofrijke water om bij te komen en moeiteloos zwemt de vis weer weg.

wisselend karakter
De Mud is een Janus-rivier, een rivier met twee gezichten. Het deel boven de monding van de Billbach is wild en avontuurlijk en heeft schijnbaar niets te maken met het onderste deel. Hier is de rivier meer een beek en amper 4 meter breed. Het glasheldere water zoekt zijn weg tussen bomen en struiken en is grotendeels overkluisd. Het geboomte werpt op sommige delen zoveel schaduw af dat ik met mijn gepolariseerde zonnebril onmogelijk de beetverklikker kan volgen. Het verval is redelijk groot, hetgeen tamelijk veel korte pooltjes veroorzaakt. En elk pooltje levert wel een paar bruine forellen op, alles in wisselend formaat. Na ongeveer 100 meter opent zich boven een kunstmatig aangelegde richel het geboomte en baadt de beek in het zonlicht. Deze pool is langer, misschien wel 30 meter en lijkt te ondiep voor de nimf. Staande in de beschutting van de schaduw speur ik de pool af naar vis. Een paar meter voor mij zie ik een drietal bruine forellen staan. Voorzichtig werp ik ze aan, maar mijn nimf loopt al heel snel vast op de bodem. Een beetje morrend schuif ik naar de plek des onheils wetende dat ik deze drie forellen zal verjagen. Dat gebeurt inderdaad, maar in hun spoor vlucht er minstens nog een viertal dat ik volledig over het hoofd heb gezien. Ik ga in de oever staan met het hoge gras en kruid als dekking en wacht tot de rust is wedergekeerd in de pool. In de tussentijd knoop ik een lichtere nimf aan de leader. Nu waad ik voorzichtig langs de oever stroomopwaarts en bemerk dat aan mijn zijde een dieper geultje loopt. Weer ontwaar ik een husseltje forellen die niets vermoedend en rustig in het heldere water lijken te zweven. Het is niet dat ik de vis zie, het zijn meer de schaduwen die ze werpen op de bodem van fijn grint. De worp komt ditmaal goed uit en de achterste forel van het groepje grijpt mijn nimf. Omdat dit alles op zicht gaat, zet ik de haak te snel. Met een korte ruk is de forel weer los en slaat op de vlucht, wederom zijn lotgenoten achter zich aan sleurend.

Het ritueel herhaalt zich: geduldig wachten en daarna voorzichtig waden naar een nieuw groepje. Weer een worp, maar nu wordt de nimf geweigerd. Na vier weigeringen zoek ik in mijn vliegendoos naar een andere nimf, een pheasant tail. Maar ook die wordt geweigerd. Zo doorloop ik mijn gehele nimfendoos, zonder succes. Wel is de forel nu iets actiever geworden, zo nu en dan stijgt een vis naar een onzichtbaar insect. Sedges denk ik, want daar vliegen er veel van rond. Hoopvol bind ik de kleinste hertenharen sedge aan de leader en maak een worp. Niets. CDC’s dan maar. Ook niets. Van sedges schakel ik over op BWO’s die ook grandioos geweigerd worden. Miertje misschien? Vergeet het maar. Moedeloos verdoe ik een klein uur om dan uiteindelijk een beetje beledigd naar boven te lopen. Met mijn gestrompel en gestamp verjaag ik een vracht aan forel, meer dan ik verwacht had. Aan het eind van de pool, daar waar het geboomte weer een zware schaduw werpt, zie ik vier forellen van bovengemiddeld formaat stroomopwaarts wegvluchten.
Vanaf hier draait de rivier zich in allerlei bochten en kronkels. Kleine eilandjes die door een enkele boom bijeengehouden worden veroorzaken eigen stroompjes en pooltjes. Dan weer heeft de stroming achter eeuwenoude wortels van bomen diepe gaten in de bodem uitgesleten. Dit moet een waar paradijs zijn voor de forel. Een macht aan schuilplekken en een overdaad aan voedsel. Mijn lesje geleerd hebbende sluip ik behoedzaam rond en vis het geheel zo systematisch mogelijk af. Een enkele keer verscholen half achter een boom, soms zittend in het grind. De vangst is gevarieerd, fraai gekleurde bruine forellen en stevig gezonde regenbogen zijn mijn deel.

nooit meer een voornemen
Later die middag loop ik terug naar het beginpunt met het voornemen om de Saubach op te zoeken. Bij de monding van de Billbach in de Mud maak ik nog een paar worpen in het donkere water. Zonder dat ik het in de gaten heb vis ik verder stroomafwaarts. De Mud is hier tweemaal zo breed en rustig stromend. Het warme, troebele water van de Billbach heeft het doorzicht doen afnemen tot amper een halve meter. Een beetje gedachtenloos werp ik de nimf naar denkbeeldige hotspots en zo nu en dan vergrijpt een forelletje zich aan het kleinood. Als ik na 50 meter op een natuurlijk richel stuit, zie ik dat het water vanaf hier te diep wordt om te waden. Het is mooi geweest, ik stap op. Met een rolworp verleng ik de lijn, de nimf zinkt even af en nog voordat ik mijn reel in gang zet om de lijn op de reel te draaien, zie ik het achterste eind van de leader schuin wegschieten. In een reflex zet ik de haak en voel iets ongekends zwaars. Onverzettelijk blijft de vis vlak boven de bodem rondzwemmen zonder in paniek te raken. Ik denk een grote kopvoorn gehaakt te hebben, maar dan neemt de vis een run stroomafwaarts. Met moeite voorkom ik dat de rondslingerende losse lijn in een kluwen verward raakt en geef ik de vis de ruimte die hij wil. Wetende dat ik met een 12/00 punt vis, dril ik mijn nog steeds onbekende tegenstander met grote voorzichtigheid. Na een paar minuten zie ik voor het eerst de rode wangen van een volwassen regenboog. Als de vis uiteindelijk in mijn hand rust, kan ik pas goed zien hoe groot hij is. Zo goed en kwaad als het kan, maak ik een foto en gun ik het dier weer zijn vrijheid.

Het voornemen om de Saubach op te zoeken is plotsklaps compleet vergeten. Zeker nadat ik op dezelfde plek een grote bruine forel weet te landen. Een derde vis breekt uiteindelijk mijn leaderpunt. Mijn leader verwissel ik nu voor een zinkende polyleader en knoop een verzwaarde wooly bugger aan. Als eindpunt neem ik een omgevallen boom in gedachte die 100 meter verderop ligt. ‘Dit vissen we nog af en daarna naar de Saubach’ is het voornemen.
Omdat vanaf hier het water te diep wordt om te waden, word ik tot rolworpen gedwongen, staande op de gladde en wankele stenen tussen de bomen. Zo nu en dan glij ik uit, eenmaal zo pijnlijk dat ik vrees mijn scheenbeen gebroken te hebben op de scherpe randen van de stenen. Maar de pijn en moeite wordt verzacht door de ongekende hoeveelheid aanbeten die volgen. Om en om gaat het nu, regenboog en dan weer een bruine forel. Mooi getekende vissen, allemaal in topconditie en getooid met prachtige volle vinnen. De hoeveelheid vis doet vermoeden dat er stevig is uitgezet, maar dat moet dan wel een hele tijd geleden geweest zijn gezien de perfecte staat waarin zij verkeren. Hoe dichter ik de boom nader, hoe groter het aantal aanbeten wordt. De boom moet er al geruime tijd liggen, want hij stuwt het water op waardoor ervoor een diep gaat ontstaan is. Als ik het gat nader, zie ik dat vissen met grote regelmaat stijgen naar sedges. Ik bouw mijn leader om en knoop wederom een hertenharen sedge aan. Binnen een oogwenk wordt hij van het water gegrist.

Ik kom die middag niet meer toe aan de Saubach. Ook die avond niet, zelfs niet de volgende dag. De Mud houdt mij volop bezig, de 100 meter naar de boom heeft de rest van de dag geheel gevuld. De volgende dag verken ik het deel achter de boom. Ook hier vind ik weer lange pools die mysterieus diep zijn en afgesloten worden door enkele forse stroomversnellingen. Achter een van die versnellingen weet ik een regenboogforel te landen die dik in de 60 centimeter is. Andere delen leveren weer gemengde vangsten op.

u zult versteld staan
Met enige tegenzin verlaat ik Amorbach. Graag had ik de Billbach nog aan een nader onderzoek willen onderwerpen. Die meandert zo aardig door de weilanden en lijkt makkelijk te benaderen. Ik zag er in ieder geval een breedgeschouderde kopvoorn rustig een insect van het water af plukken. Of de Saubach, die amper 4 meter breed is en door een dal stroomt, ver buiten het bereik van de onrustige mens. Een beek waar je met een korte hengel en dunne leader al sluipend de vis moet benaderen. “U zult versteld staan!”, het klinkt mij nog steeds helder in de oren. Eens te meer een bewijs dat vliegvissers niet liegen.

Informatie
rivieren: Mud, Billbach en Saubach
plaats: Amorbach im Odenwald
lengte traject: totaal 8 kilometer
gemiddelde diepte: zeer gevarieerd
gemiddelde breedte: van 2 tot 10 meter

type water
rivieren uit middelgebergte
afwisselende oeverbegroeiing

visbezetting
bruine forel, regenboog, kopvoorn

vergunningen verkoopadres
Jörg Kraft (Angel Bär)
Braubachstraße 7
60311 Frankfurt/Main
Tel.: 0049 (0) 69 28 37 85
www.angelbaer.de

vergunningen prijs
30,00 per dag
Reserveren is beslist noodzakelijk want er worden maar 3 vergunningen per dag uitgeschreven.

voorwaarden
Alleen vliegvissen.
Overnachting niet verplicht.
Weerhaakloos, gevangen niet-salmoniden mogen niet worden teruggezet

seizoen
1 april – 30 september

reistijd vanuit Utrecht
478 km, 4 uur en 30 minuten