Sinds jaar en dag probeer ik de sluiting van het forelseizoen aan de waterkant te ‘vieren’. Begin oktober toont het Duitse middelgebergte zich namelijk op zijn mooist. Goudbruin kleurt het gebladerte en de laatste zonneschijn zet ook het insectenleven nog een keer in vuur en vlam. De melancholie van de naderende herfst heeft een directe invloed op alles wat je ziet, op hoe je het ziet. Tenminste, als het meezit met het weer.

Wanneer vismaat Jan en ik Westheim binnen rijden is het enigszins mistig. Geen hoopgevende mist waarvan je zeker weet dat die, als in een grootse finale, het doek ophaalt voor een solovoorstelling van de zon. Integendeel, de omgeving is bedekt met een dikke grauwsluier, de hemel oogt strak grijs.
We hebben zojuist de vergunningen gekocht en hangen een beetje besluiteloos over de reling van de brug, turend naar enig leven. Maar ondanks het heldere water van de Diemel zien we niets bewegen boven de donkere bodem. Ook tussen de bedden van welig wuivend waterranonkel nemen we geen leven waar. Iets verderop sterft een kring uit in het wateroppervlak. Eindelijk.

goud met rode stippen
In Westheim is de Diemel geen fantasieprikkelende rivier. Het is allemaal een beetje recht toe recht aan. Het traject start, stroomopwaarts gezien, bij het kleine pegelgebouw. Vanaf deze plek tot aan de brug in het dorp is de Diemel tamelijk breed en sterk ingebed. Wel heeft de bodem een wisselende structuur, mede door een aantal dammetjes die voor de nodige stroomversnellingen zorgen. En als je goed oplet, herken je ook meteen een paar diepere sleuven die dan ook prompt de nodige visjes opleveren. Jan vist stroomopwaarts, afwisselend met de nimf en de droge vlieg en ik start bij de brug en vis met een kleine streamer nauwgezet stroomafwaarts. Na een klein uur komen we elkaar tegen en tellen we onze zegeningen: een tiental handvat grote forellen. Klein dus, maar wel sprankelend van kleur. Vissen waarvan het bruin overvloeit in goud en die bezaaid zijn met fel rode stippen.

Boven de brug houden we hetzelfde stramien aan: Jan vist stroomopwaarts, ik stroomafwaarts. Hier ziet de Diemel er totaal anders uit. Onder de stuw ligt een weliswaar kort, maar zeer ‘naturbelassenes’ stuk, bezaaid met stenen en rotsen die uitbundig overwoekerd zijn door uiteenlopende planten en struiken. Het water zoekt hier zijn weg in allerlei stroompjes en versnellingen. Kortom, een uitdaging voor de avontuurlijke vliegvisser ware het niet dat twee bordjes dit stuk markeren: ‘Schonstrecke’. Maar ook onder dit verboden gebied oogt het geheel fraai en nodigt het uit tot korte worpjes achter en tussen de stenen. En net als ik mijn eerste forelletje achter zo’n hoge steen weet weg te plukken, opent zich het wolkendek en kleurt het landschap in.
De zon heeft meteen invloed op al het leven in en rondom de waterkant. Ik zie waterspreeuwen vanaf stenen de jacht inzetten, ijsvogeltjes schieten met een schreeuw voorbij en in het zwerk hoor ik de fluittoon van een familie buizerds. Ook de sedges laten zich in grote aantallen zien, net als de eendagsvliegen. Maar de haastig aangeknoopte hertenharen caddis wordt amper een blik waardig gegund. Slechts een enkel ondermaats forelletje vergijpt er zich aan. Datzelfde lot ondergaat een kleine nimf.

Wederom vinden Jan en ik elkaar halverwege en wisselen we onze ervaringen uit. En weer komen we uit op een tiental vissen. In aantallen loopt het eigenlijk niet zo slecht, maar het formaat van de gevangen vis valt een beetje tegen. Zeker nadat een vriendelijke controleur mij opgetogen verslag doet over de vangst die een drietal Nederlandse vliegvissers eerder deze week deed. Meer dan 78 forellen groot was de buit, waaronder exemplaren langer dan 40 centimeter. Een daarvan was zelfs de magische halve meter grens gepasseerd. Tenslotte raadt hij mij aan het eind van het traject op te zoeken, daar valt in het diepere water zeker een visje te vangen.

de vis van de dag
Boven de stuw ligt inderdaad een forse hoeveelheid water zodat ik licht hijgend en transpirerend aan het eind van het traject aankom. Vastbesloten om nu eens een stevige vis te vangen, ververs ik mijn tip van de leader en voorzie ik die van een gloednieuwe wooly bugger. Die dan ook prompt in de overhangende takken van de bomen aan de overzijde verdwijnt. De tweede wooly bugger komt beter uit, precies in een kleine inham tussen twee bomen. Heel even zinkt het geheel waarna de stroming de vlieg in een versnelling zet. Ver komt hij niet, want met geweld wordt de vlieg tegengehouden. Een mooi bruine forel toont even later zijn volle lengte: iets meer dan 30 centimeter.
Nog geen twee minuten later zie ik een grote schim achter de wooly bugger draaien. Het water bolt zelfs even op en ik zet me schrap voor een harde aanbeet. Maar het enige dat ik voel is een korte tik, niet meer dan dat is nodig om de leaderpunt te laten breken. Dat was hem dan: de vis van de dag. Een onbestemd, misselijk gevoel resteert.

Hoe verder ik ga, des te dieper wordt het water. De bomen sluiten nauw aan en steken hun takken ver over het water waardoor er slechts een nauwe doorgang overblijft om de vlieg in te plaatsen. Als uiteindelijk het water de onderste zakken van mijn waadvest bereikt, steek ik voorzichtig de hengel vlak voor mij in de rivier en zoek ik tevergeefs naar de bodem. Ik sta letterlijk op de rand van een diepe kuil en voel hoe ik langzaam weg glij. Met de nodige moeite weet ik mij staande te houden en klim ik tussen de struiken door de hoge oever op.
De laatste paar honderd meter richting stuw is weer beter begaanbaar. Hier vis ik met een nimf de oeverzone onder de overhangende takken uit. Opvallend is dat de vissen die ik hier vang beduidend groter zijn dan in het onderste deel van het traject. Ook lijkt de vis gegroepeerd te zijn in dit deel van de rivier. Vang ik een forel dan volgt al heel snel een tweede en een derde waarna het weer een tiental meter rustig is. Het waarom daarvan is mij niet duidelijk, de rivier oogt hier over een grote lengte gelijk in vorm.

Uiteindelijk sluiten we de dag af met een respectabel aantal vissen. Veel van die vissen waren van gelijk formaat, hetgeen doet vermoeden dat het hier om uitzetters gaat. En dat drukt wel een beetje op het plezier dat je er aan beleeft. Ook is de rivier sterk door mensenhanden beïnvloed. Maar omdat dit traject stroomopwaarts al snel aansluit op het Diemeltraject in Marsberg heb je alles bij elkaar een forse hoeveelheid water ter beschikking. Een weekend vissen is daarmee prima en op prettige wijze gevuld. En dat laatste is ook wat waard.

Informatie
rivier: Diemel
plaats: Westheim
lengte traject: 4 km
gemiddelde diepte: 0,6 meter
gemiddelde breedte: 6 – 12 meter

type water
rivier uit middelgebergte
afwisselende zware oeverbegroeiing

visbezetting
bruine forel, vlagzalm, barbeel

vergunningen verkoopadres
Druck und Beschriftungen
Thomas Garbes
Kasseler Str. 40
34431 Marsberg-Westheim
tel: 0049 (0) 2994 8111

vergunningen prijs
15,00 per dag

voorwaarden
waden alleen vanaf 2 mei t/m 19 oktober toegestaan, overnachting niet verplicht, beperkt aantal dagvergunningen (400 per jaar)

seizoen
Goede Vrijdag – 19 oktober

reistijd vanuit Utrecht
320 km, 2 uur en 59 minuten