Het is warm deze vroege herfstdag als we in de Kinzig stappen. De auto hebben we plompverloren langs de weg geplaatst, in een inham waar wat los grind ligt. Blijkbaar is men niet al te zeer gewend aan vliegvissers, want aan het eind van de dag horen we dat iedereen in de omgeving in rep en roer is. Zelfs de politie maakte zich zorgen over de bestuurder van de achtergelaten auto. Prompt schiet het door mijn hoofd: “Harry, hol’ schon mal den Wagen”. De lokale Derricks hebben er moeite mee gehad om ons terug te vinden, want het traject van de Kinzig waar we die dag al vissend doorbrengen is maar liefst 3,7 kilometer lang. En eerlijk gezegd en onder ons gezwegen: ik heb er niet alles van kunnen zien. Want het was te veel. Te veel aan water en te veel aan vis.

We staan bijna aan aan het eind van het traject. Terwijl vismaat Steef stroomopwaarts de rivier ingaat, kies ik voor de resterende 500 meter. “Even kijken hoe het hier beneden uitziet, ik zie je zo!”. En ik stap het heldere water in. Aan de verlengde leader knoop ik een zwarte nimf met de bedoeling om links en rechts een worpje te maken en het onderste deel vluchtig te verkennen. Al snel volgt een aanbeet direct achter de stroomversnelling, maar de vis schiet na een korte dril los. In de uitloop van de stroomversnelling volgen nog vier aanbeten en ook deze vissen schieten stuk voor stuk tijdens de dril los. “Je hebt van die dagen”, verzucht ik half hardop tegen een eend die verontwaardigd opvliegt. Ik kruip de hoge kant op en speur de rivier af. Iets verderop loopt het snelle water vlak uit in een geul die ogenschijnlijk onder de overhangende takken van grote beukenbomen doorloopt. Vanaf die plek verbreedt de rivier zich aanzienlijk en lijkt het water bijkans stil te staan in een ongekend lange pool. De bomen werpen een donkere schaduw over een kwart van de breedte van de rivier en zo nu en dan verschijnt een kring aan het oppervlak. Er plonst een vis terug in het water. Gevoed door de felle zon heeft de hele wereld om mij heen een traagheid die passend is bij een ouderwetse spaghettiwestern. Alleen ontbreekt Ennio Morricone als achtergrondmuziek.

Voorzichtig schuif ik tot halverwege de rivier het water in, op veilige afstand van de vermeende geul. De nimf landt fraai onder de bomen, haaks op de oever. Heel even mend ik de lijn waardoor de nimf de kans krijgt iets dieper af te zakken. Dan pikt de trage stroming het geheel op en in een lange bocht vertrekt de nimf naar het midden van de rivier. Ver komt hij niet, iets stopt het geheel. Dat iets trekt een fraaie bocht in mijn hengel en laat zich even later zien: een fraaie bruine forel van flink meer dan dertig centimeter lengte. Twee stappen voorwaarts en een nieuwe worp wordt ingezet. Lekker gaat dat, zo’n lange trage overhead cast, zeker na een paar dagen van worstelen op beekjes als de Wolf en de Gutach. De routine komt er goed in: worp, menden, afzinken, driften en afsluitend een paar stripjes. Dan weer twee stappen voorwaarts en opnieuw een worp. Die routine heeft veel weg van steelheadvissen in Canada, met dien verstande dat hier in de Kinzig de aanbeten elkaar wel heel vlot opvolgen. Eerst een husseltje bruine forellen, dan volgt een fors aantal regenboogforellen en warempel: daar vergrijpt zich een fraaie vlagzalm aan de stijgende nimf.

Ik ben nu halverwege de pool en zie in de verte de veroorzaker van dit stille water: een ouderwets ogende stuw blokkeert de rivier. Het waden wordt nu lastiger, de geul is er nog wel, maar rechts van mij duikt een diep gat op waardoor ik dreig vast te lopen in het midden van de rivier. Nadat ik een stuk teruggewaad ben, kan ik weer de oever op en loop door tot aan de onderzijde van dat diepe gat. In de overgang van diep naar ondiep zie ik een stuk of tien forellen staan. Niet lang, want even later verstoort een woest zwemmende regenboog de rust, waardoor de groep het veilige diepe water in schiet. De regenboog herkrijgt na die felle dril natuurlijk weer zijn vrijheid.

Hoe dichter ik bij de stuw kom, hoe lastiger het waden wordt. De bodem is hier zacht en zo nu en dan zak ik tot over mijn enkels in het slib. Uiteindelijk verlaat ik de pool, hetgeen trouwens bijkans leidt tot het verlies van mijn waadschoenen omdat ik nu tot mijn knieën wegzak.

Bij het teruglopen probeer ik de lengte van de pool in te schatten. Vierhonderd meter wellicht? In ieder geval zo lang en zo visrijk dat ik er de hele ochtend mee heb kunnen vullen.

Steef is in de tussentijd gevorderd tot de rand van Schiltag en staat achter een gebouw waaruit het afgeleide rivierwater met grote kracht naar buiten stroomt en een diep gapend gat in de bodem heeft uitgesleten. Bij de eerste worp in die diepte volgde een ruk en verloor hij pardoes de nimf ‘aan iets groots’. Samen peuteren we het gat vruchteloos uit. De stroming is hard en met de hengeltop diep weggestoken probeer ik de bodem te bereiken. Dat lukt niet. Wel weet Steef even later aan de rand van de pool een fraaie bruine forel te landen.

feest van herkenning
Honderd meter verder stuiten we weer op een stuw. En opnieuw vormt dit kunstwerk een enorm lange pool. Ik start stroomopwaarts aan het begin van de pool en beland in een feest van herkenning. Datgene wat ik die ochtend meemaakte, herhaalt zich nu. Alleen in een veelvoud. De pool ligt in een bocht en wordt aan de overzijde afgeschermd door een hoge muur waarboven de weg is aangelegd. Onder de muur lijkt wederom een diepe geul te lopen en het is zaak de nimf zo dicht mogelijk tegen de muur te plaatsen. Het water is hier iets meer dan 20 meter breed, de overzijde is met een lange worp net te bereiken. De achterwaartse worp wordt belemmerd door bomen en struiken, maar door parallel langs de oever te werpen en tijdens de afworp de hengel in de richting van de overzijde te plaatsen en dubbel te strippen haal ik regelmatig de muur zonder achter mij in de struiken vast te raken.

Het wordt een wonderlijke dagafsluiting. Iedere worp die de muur haalt, is meteen goed voor een vis. Het lijkt alsof de bruine forellen hier in een file liggen: zodra de nimf in beweging komt, wordt hij gegrepen. De zeldzame keer dat een aanbeet bij de muur uitblijft, volgt alsnog een aanbeet halverwege de drift. Meestal wordt die laatste veroorzaakt door een regenboogforel.

Wanneer ik de pool geheel heb afgevist, loop ik terug om het laatste deel van het traject te onderzoeken. Bij het passeren van het begin van de pool stap ik uit balorigheid nog even het water in en maak een paar worpen. Normaal gesproken blijven aanbeten uit nadat een pool zwaar bevist is, maar nu start het gehele feest gewoon weer opnieuw. Een beetje beschaamd om mijn gretigheid stap ik echter al snel het water uit.

Bovenstaand verhaal mag ietwat enthousiast overkomen, waarvoor mijn excuses, maar dergelijke aantallen vissen  is  tamelijk bijzonder. Eerder mocht ik iets dergelijks meemaken aan de Mud en aan de Aar. Natuurlijk zeggen die aantallen weinig over de werkelijke kwaliteit van het water. Het traject van de Kinzig waar wij die gedenkwaardige herfstdag doorbrachten, is landschappelijk niet echt bijzonder. De rivier is hier tamelijk breed en heeft lange rechte stukken waar al snel de verveling kan toeslaan. Ware het niet dat je er zoveel vangt. En je er de ruimte hebt: het water vraagt geen technische hoogstandjes en lijkt geschapen om er een of meerdere dagen genoeglijk door te brengen. Daarbij komt dat het dorp Schiltach er zeer schilderachtig uitziet en het Schwarzwald veel te bieden heeft voor gezinnen met een vliegvissende huisvader of –moeder. Kortom, mij zien ze nog wel een keer terug.

Informatie
rivier: Kinzig
plaats: Schiltach
lengte traject: 3,7 kilometer
gemiddelde diepte: 0,5 meter
gemiddelde breedte: 10 tot 20 meter

type water
rivier uit middelgebergte
wisselende oeverbegroeiing, deels bemuurd

visbezetting
bruine forel, regenboog, vlagzalm

vergunningen verkoopadres
FlyFish Kinzigtal
Hauptstraße 33
77793 Gutach
Tel: 0049 (0) 7833 9557188l

vergunningen prijs
??? per dag
alleen te reserveren via e-mail: stephanstaebler@gmx.de

voorwaarden
weerhaakloos, overnachting niet verplicht, alleen natte vlieg, droge vlieg en nimf, streamers verboden. Beperkt aantal dagvergunningen.

seizoen
1 april – 30 september

reistijd vanuit Utrecht
644 km, 6 uur en 9 minuten